Roadtrip Schotland, dag 7

4 oktober 2022
We verlaten de havenstad Oban en rijden door naar Beauly, dat ligt in de Schotse Hooglanden. We zijn rond 09.00 uur vertrokken, helaas is het weer nog steeds nat en grijs. Martijn moet flink aan de bak als hij rijdt, de wegen liggen vol met plassen. Dat valt ook te zien op de video, verderop op deze pagina. We rijden niet direct door naar Beauly maar onze eerste stop is in Fort William.
Fort William staat bekend om Ben Nevis, de hoogste berg van Schotland. Het is tevens ook de hoogste berg van het Verenigd Koninkrijk. De berg heeft een hoogte van meer dan 1300 meter. We weten niet zo goed wat wij van deze berg moeten verwachten, de uitdaging om deze berg te beklimmen zit wel in ons achterhoofd. Maar beiden durven wij het niet tegen elkaar uit te spreken want het kan ook grootspraak worden. Als wij aankomen in Fort William zit het bezoekerscentrum dicht, daar kunnen wij geen informatie halen.
We besluiten om ons klaar te gaan maken voor deze beklimming. Er staan meer auto’s op parkeerplaats en er lopen meer wandelaars rond. Wij hebben beiden nog nooit een berg beklommen dus onze verwachtingen en voorbereidingen zijn eigenlijk laag. Wij volgen het pad met het bordje Ben Nevis, hoe moeilijk kan het zijn? Het werd al snel moeilijker door het slechte weer. Je lichaam wordt snel warm door de inspanning maar ga je even stil staan om op adem te komen dan koel je snel af. Er is een pad naar boven toe, het is een pad bestaande uit stenen/rotsen Het pad is soms door mensen aangepast maar het blijft invloeden van de natuur houden. Zo stroomt het water dat vanuit de berg komt soms over het pad heen en dan moet je wel goed kijken waar je voeten neer gaat zetten. Soms is het pad niet gelijk en moet je min of meer klauteren over de stenen/rotsen.
Martijn volgt al snel zijn eigen tempo omdat hij vindt dat ik te snel ga, althans voor hem. Natuurlijk houden wij elkaar wel in de gaten. Ik ga soms even stilstaan om op adem te komen en dan kijk ik meteen of ik Martijn nog zien. Gelukkig dragen wij beiden een gele poncho, dus wij vallen wel lekker op. Als we stilstaan dan kunnen wij ook genieten van het uitzicht, helaas is dat wel wat beperkt door de bewolking. Met de andere wandelaars die ook de berg beklimmen is er contact. Dat bestaat uit een vriendelijke begroeting en als er klimmers zijn begonnen met de afdaling wil men weten:
“Hoe ver is het nog naar de top, qua tijd?”
Zo raken wij met een Schotse man aan de praat, hij heeft de Ben Nevis al eerder beklommen. Hij vindt de berg nog steeds een uitdaging vooral door de grote weersveranderingen tijdens de beklimming.
Ik merk dat Martijn langzamer gaat klimmen, achteraf zegt hij:
“Ik heb mezelf steeds uitgedaagd maar op een gegeven moment was het genoeg. Tijd om te stoppen!”
Hij stopt uiteindelijk op een hoogte van 450 meter. Ik ga door met klimmen, ik vervolg het zogenaamde rode pad. Hoe hoger ik kom, hoe meer de wind gaat toenemen. Ik kom dan tot de conclusie: als ik naar de top blijf klimmen, dan ben ik boven zo koud en verstijfd. Ik moet daarna alleen de afdaling gaan doen en dat is niet verantwoord. Wat ook meespeelt dat Martijn al die tijd op mij moet wachten. Ik maak de balans op en besluit om te gaan stoppen met klimmen op een hoogte van 650 meter. Het is jammer van deze kans om de Ben Nevis te beklimmen maar zonder de juiste voorbereiding was het ook een beetje naïef van ons.
Ik heb dan 1,5 uur geklommen en begin met de afdaling. Onderweg kom ik mijn vriendje weer tegen en dat voelt erg goed. Samen dalen wij verder af en dat is ook wel pittig. De stenen zijn nog steeds glad en je kunt zo maar uitglijden. Het weer is tijdens de afdaling een stuk beter geworden, het is gestopt met hard regenen. Gelukkig komen wij veilig beneden aan en hebben wij meer dan 3 uur gelopen. Helaas niet tot de top maar wie weet komen wij nog een keer terug. Bij de auto kleden wij ons om en stoppen onze natte kleding in een vuilniszak. Van de beklimming hebben wij honger gekregen, gelukkig hebben wij vanmorgen al onze lunch gekocht. Het smaakt ons prima en de kachel in de auto zorgt ervoor dat wij weer op temperatuur komen.
Terwijl Martijn aan het rijden is, dommel ik langzaam in slaap. Ik krijg niet veel tijd om te slapen want ik schrik wakker als wij tot stilstand komen, Martijn ziet onderweg iets speciaals. Het blijkt een monument in de vorm van een standbeeld te zijn. Het standbeeld is ter nagedachtenis voor commando’s die in deTweede Wereld Oorlog zijn gestorven. Het is een uitgestrekt gebied en het monument heeft uitzicht op de Ben Nevis. Tijdens de TweedeWereld Oorlog is het gebied gebruikt door de commando’s om zich voor te bereiden voor de invasie in Europa. Naast het standbeeld is er een plek ingericht voor commando’s die na de Tweede Wereld Oorlog zijn overleden. Het is geen begraafplaats maar een gedenkplek voor militairen die bijvoorbeeld bij vredemissies zijn gesneuveld.
We vervolgen ons weg naar Beauly, afstand is 108 Miles oftewel een reistijd van 3 uur rijden. Soms gaat het over een stuk snelweg maar meestal via smalle wegen. Het rijdt wat langzamer maar je krijgt wel de gelegenheid om de omgeving te zien. Het wegdek is een stuk verbeterd sinds de eerste dag van onze reis maar nog steeds moet je goed uitkijken voor gaten in de weg.
We rijden rond 17.00 uur het dorpje Beauly binnen. Het is een klein dorpje waar de tijd lijkt stil te hebben gestaan want het dorpje is een typisch dorpje wat zichzelf kan redden. Zo kent het een supermarkt, slager, bakker, kapper en gelukkig ook een hotel. In dat hotel zullen wij de nacht doorbrengen, de kamer is prima maar wat gedateerd qua inrichting. Gelukkig zijn er meerdere radiatoren in onze kamer om onze natte kleding te laten drogen, dat was wel nodig. In het restaurant van het hotel hebben wij een tafel geboekt, het eten is prima.
Wij zijn trots op onszelf wij hebben een dappere poging gedaan om de Ben Nevis te beklimmen. Morgen gaan wij op zoek naar het monster van Loch Ness.
Related Posts